In rastempo kwam de auto op me af. Ik dacht nog: hij remt toch wel? Hij ziet me toch? Maar voordat ik het wist, lag ik patsboem op de grond. De auto was over mijn fiets heen gereden, en ik lag eronder.
Het gebeurde allemaal in een fractie van een seconde. Een oude man van 89 stapte uit, zichtbaar geschrokken. “Ik zag je helemaal niet aankomen! Wat deed je eigenlijk op het voetpad?” Hij had gelijk. Het was een ongelukkig punt – druk verkeer, twee richtingen op de rotonde, altijd chaos. En ja, ik had wel voorrang, maar dat zegt natuurlijk niet alles.
Gelukkig liep het goed af. Een paar schrammen, mijn fiets flink in de kreukels, maar verder niks ernstigs. De verzekering loste het netjes op. Maar de schrik zat er goed in. Ik belde mijn man om me op te halen, want met deze fiets kwam ik niet meer thuis.
Wat er die dag gebeurde, gaat me niet alleen om dat ongeluk. Het gaat om wat eraan voorafging. Ik was moe, koud, en eerlijk gezegd op. Mijn plan was om in bad te gaan liggen, gewoon even rust en opwarmen. Maar mijn man, altijd praktisch en sportief ingesteld, zei: “Waarom ga je niet lekker naar de sportschool? Even inspannen en daarna ontspannen in de sauna. Geeft je vast een beter gevoel.”
Hij had gelijk. Sporten helpt. En ja, het sportschoolabonnement ligt er niet voor niets. Maar toch… er werd een zaadje geplant in mijn hoofd. Dat stemmetje dat fluisterde: “Je bent lui. Je doet niet genoeg. Je zorgt niet goed voor jezelf.” En voor ik het wist, had ik mezelf omgepraat. Mijn badmoment veranderde in een fietstocht naar de sportschool, door kou en miezerregen.
En toen kwam de auto.
Het is gek hoe één moment je aan het denken zet. Hoe vaak zet ik mijn eigen behoeften opzij om aan de verwachtingen van een ander te voldoen? Hoe vaak laat ik me sturen door schuldgevoel of het idee dat ik ‘beter’ moet doen?
Die dag leerde ik een belangrijke les. Ik had gewoon in dat bad moeten gaan liggen. Niet omdat het beter of slechter is, maar omdat het mijn keuze was. Omdat ik dat nodig had.
Sindsdien probeer ik mezelf vaker af te vragen: Wat wil ík eigenlijk? Want uiteindelijk kan ik pas écht goed voor anderen zorgen als ik goed voor mezelf zorg.
Herken je dit? Dat je jezelf aanpast, dat je je eigen wensen en behoeften onderdrukt?
Misschien is het tijd om een moment te nemen, stil te staan, en te luisteren naar wat jij nodig hebt.